De Colombiaanse regering heeft onlangs de inhoud bekendgemaakt van een voorgenomen referendum over hervormingen van de arbeidswetgeving. Het doel van deze hervormingen is om werknemers betere toegang te geven tot gezondheidszorg en extra vergoedingen voor overwerk. Tegelijkertijd zijn er zorgen dat het aannemen van deze voorstellen het voor bedrijven moeilijker zal maken om nieuwe banen te creëren.
Het ministerie van Binnenlandse Zaken heeft twaalf vragen gepubliceerd die aan de kiezers zullen worden voorgelegd in een nationaal referendum, hoewel een datum nog niet is vastgesteld en de Senaat het voorstel nog moet goedkeuren. De vragen richten zich onder meer op het verplicht stellen van ziektekostenverzekeringen voor freelancers bij maaltijdbezorgplatforms, het betalen van dubbele lonen voor werk op zondag, en het uitbreiden van de standaard werkdag van 6.00 tot 18.00 uur. Werkgevers zouden daarnaast verplicht worden een bonus van 35% te betalen voor werk buiten reguliere uren.
Bedrijfsleven en handelsgroepen uiten scherpe kritiek op de plannen. Zij stellen dat de hervormingen vooral kleine en middelgrote ondernemingen raken, waardoor zij eerder geneigd zullen zijn om personeel informeel en contant te betalen. Volgens hen dragen de voorstellen weinig bij aan het creëren van nieuwe banen en negeren ze de realiteit van de circa 16 miljoen informele werkenden en werklozen in Colombia.
Het referendum bevat ook voorstellen voor een speciaal pensioenfonds voor plattelandsarbeiders en een quotum voor het aannemen van mensen met een beperking: bedrijven zouden verplicht worden minstens twee mensen met een beperking per honderd werknemers aan te nemen.
President Gustavo Petro heeft aangekondigd op 1 mei een mars naar het Congres te organiseren om druk uit te oefenen op wetgevers voor goedkeuring van het referendum. Petro ziet het referendum als een manier om zijn vastgelopen hervormingsagenda alsnog door te voeren, nu de Senaat zijn wetsvoorstellen blijft blokkeren. Het is een ongebruikelijke stap in Colombia; geen enkele regering heeft eerder geprobeerd via een volksraadpleging arbeidswetgeving te veranderen.
Politieke analisten zijn sceptisch over de slagingskansen. Voor een geldig referendum moet minstens een derde van de kiesgerechtigden stemmen, wat neerkomt op circa 13 miljoen stemmen. In het verleden werd deze drempel zelden gehaald. Bovendien zou een mislukking het imago van Petro als vertegenwoordiger van het volk kunnen schaden, terwijl een succesvolle volksraadpleging zijn partij juist een electorale impuls zou kunnen geven richting de presidentsverkiezingen van volgend jaar.