Negen mensen zijn gedood in gevechten tussen twee guerrillagroepen in het oosten van Colombia, meldden de Colombiaanse autoriteiten.
Nog eens vijf mensen, waaronder een tienermeisje van een inheemse gemeenschap, raakten gewond bij de gevechten tussen dissidenten van de nu ontwapende guerrillagroep FARC en het Nationale Bevrijdingsleger (ELN), aldus de gouverneur van het oostelijke departement Arauca.
Gouverneur Wilinton Rodriguez zei niet of de doden en gewonden strijders of burgers waren.
Het ELN – Colombia’s laatste erkende guerrillagroep – sloot maandag een vierde onderhandelingsronde af met de regering in buurland Venezuela en kondigde een akkoord aan over humanitaire hulp voor de door het conflict getroffen gebieden.
Maar kort na afloop van de besprekingen zouden ELN strijders sinds het weekend in gevecht zijn met FARC-dissidenten, het zogenaamde Estado Mayor Central (EMC), in de gemeente Puerto Rondon vlakbij de grens met Venezuela.
De gesprekken met het ELN maken deel uit van het streven van president Gustavo Petro naar “totale vrede” in Colombia, waarbij ook onderhandelingen met dissidenten van de FARC worden overwogen.
Het departement Arauca, een centrum voor de handel in cocaïne en illegaal gedolven mineralen vanwege een tekort aan veiligheidstroepen, is het toneel geweest van herhaalde gewelddadige confrontaties.