Colombia heeft donderdag gezegd dat het de luchtbombardementen op gewapende groepen zal opschorten om de dood van burgers en minderjarigen die gedwongen zijn zich aan te sluiten, te voorkomen.
Minister van Defensie Ivan Velasquez zei dat het ook een indicatie was van de bereidheid van de regering om eventuele gesprekken met gewapende groepen aan te gaan. Het markeert een verandering in de staatsstrategie tegen guerrillagroepen en drugshandelsbendes.
“De bombardementen moeten worden opgeschort. We gaan het specifieke moment evalueren waarop een absolute richtlijn kan worden vastgesteld, maar dat is de richting die we willen inslaan,” vertelde hij verslaggevers.
Recente luchtbombardementen hadden zich gericht op groepen zoals dissidenten van de Revolutionaire Strijdkrachten van Colombia (FARC), het Nationaal Bevrijdingsleger (ELN) en de georganiseerde misdaadbende Clan del Golfo, waarbij belangrijke leiders werden gedood.
“Kinderen die onder dwang zijn gerekruteerd door illegale groepen zijn het slachtoffer van dit geweld. Daarom kan geen enkele militaire actie ten aanzien van illegale gewapende organisaties het leven van deze slachtoffers in gevaar brengen. We moeten leven boven dood verkiezen en kunnen geen operaties uitvoeren … die het leven van de burgerbevolking in gevaar brengen,” zei Velasquez.
De minister van defensie zei ook dat dit beleid niet moet worden opgevat als een teken van zwakte van de kant van de regering. “Vrede is een proces van collectieve opbouw,” zei hij.
Het bombarderen van rebellengroepen is een controversieel onderwerp in het Zuid-Amerikaanse land. In Colombia woedt al zes decennia een conflict tussen rebellengroepen en de regering. Guerrillastrijders rekruteren minderjarigen in hun gelederen, vooral in regio’s waar weinig militairen aanwezig zijn.
In 2019 trad toenmalig minister van Defensie Guillermo Botero af nadat acht minderjarigen tussen 12 en 17 jaar waren omgekomen bij een militaire aanval op een kamp van dissidenten van de FARC.
President Gustavo Petro, die in juni van dit jaar werd verkozen, probeert de tactiek van het leger te veranderen. Petro sloot zich in de jaren zeventig als tiener aan bij een rebellengroepering tegen de militaire dictatuur van Colombia en zat een gevangenisstraf uit wegens illegaal wapenbezit.
Hij streeft naar “totale vrede” om het conflict met guerrillastrijders en criminele bendes te beëindigen, door wettelijke voordelen en strafvermindering aan te bieden.
In 2016 had de voormalige president Juan Manuel Santos een vredesakkoord gesloten met de FARC, maar dissidenten die het niet eens waren met het akkoord hebben geweigerd de wapens neer te leggen.
