Colombia zal geen militair materieel meer aanschaffen van de Verenigde Staten. De maatregel volgt op de beslissing van Washington om de Colombiaanse inspanningen tegen drugsproductie ongeldig te verklaren. Minister van Binnenlandse Zaken Armando Benedetti (foto) zei dat “vanaf nu geen wapens meer uit de VS worden gekocht”.
President Gustavo Petro benadrukte dat het land wil breken met afhankelijkheid van buitenlandse hulp. De aankondiging kwam kort nadat de Amerikaanse president Donald Trump Petro ervan beschuldigde cocaïneproductie niet alleen niet te hebben teruggedrongen, maar deze te hebben laten stijgen tot recordniveau. Trump stelde dat Colombia zijn verplichtingen op het gebied van drugsbestrijding “duidelijk” niet nakomt.
Petro voert echter een alternatieve aanpak in de strijd tegen drugs. Zijn beleid legt de nadruk op de sociale oorzaken van de sector. Programma’s van zijn regering bieden boeren alternatieven voor cocateelt, zoals cacao en koffie. Tegelijkertijd voert Colombia militaire operaties uit waarbij clandestiene laboratoria zijn ontmanteld. Ook werden veiligheidsdiensten versterkt en werd informatie gedeeld met andere landen om gewapende groepen en criminele netwerken te bestrijden.
Volgens Petro is de groei van de cocateelt vooral het gevolg van de stijgende wereldwijde vraag, in het bijzonder vanuit Europa. Hij riep op tot een herziening van de internationale strategieën. De Amerikaanse overstap naar fentanyl maakt de situatie volgens hem complexer, omdat dit middel steeds vaker met andere drugs wordt gemengd.
De diplomatieke spanning komt op een moment dat Colombia ook intern zware klappen krijgt. In augustus kwamen twaalf politiemensen om bij een aanval door voormalige FARC-dissidenten tijdens een operatie tegen coca in het noordwesten van het land.