Op 28 juli zal rechter Sandra Liliana Heredia het oordeel uitspreken in het proces tegen voormalig president Álvaro Uribe Vélez, die terechtstaat wegens vermeende omkoping van getuigen en procesfraude. De uitspraak kan zowel een vrijspraak als een veroordeling betekenen.
Het proces bereikte deze week zijn slotfase met de laatste pleidooien. Uribe Vélez benadrukte in zijn slotwoord opnieuw zijn onschuld en vroeg om vrijspraak. Hij ontkende stellig dat hij ooit getuigen heeft gemanipuleerd of opdracht daartoe heeft gegeven. Ook wees hij de beschuldigingen van advocaat Diego Cadena, die in 2018 ex-paramilitairen zou hebben benaderd met geld en voordelen, van de hand.
Uribe ontkrachtte daarnaast het getuigenis van Pablo Hernán Sierra, die beweerde dat hij Uribe’s kandidatuur in 1994 steunde vanwege diens plannen voor de zogenoemde Convivir-groepen. Deze Convivir-groepen waren particuliere burgerwachten die in de jaren negentig in Colombia werden opgericht om samen met het leger en de politie de veiligheid op het platteland te verbeteren en de strijd aan te gaan met guerrillagroepen. De Convivir-groepen kwamen echter onder vuur te liggen vanwege hun vermeende banden met paramilitaire organisaties en mensenrechtenschendingen. Volgens Uribe kende hij Sierra toen niet en werd er in zijn campagne niet over Convivir gesproken.
Verder stelde Uribe dat hij altijd de waarheid heeft gesproken en dat hij morele schade heeft geleden door de beschuldigingen. Tijdens de zitting uitte Uribe kritiek op senator Iván Cepeda, die volgens hem onjuiste informatie gaf over de vernietiging van de haciënda Guacharacas. Uribe benadrukte dat de feiten niet in 1994, maar in 1996 plaatsvonden, en dat het Openbaar Ministerie deze discrepantie niet heeft opgemerkt.
Daarnaast vroeg Uribe om een onderzoek naar advocate Mercedes Arroyave, die senator Cepeda begeleidde bij gevangenisbezoeken aan ex-paramilitairen en nu onvindbaar is. Over de brieven van ex-paramilitairen stelde Uribe dat deze vrijwillig en naar waarheid zijn geschreven, ondanks hun beperkte schrijfvaardigheid.
Uribe benadrukte tot slot dat hij sinds 1988 uitsluitend door de staat is beveiligd en geen particuliere beveiliging heeft gehad, zelfs niet tijdens periodes van grote dreiging.
De zaak tegen Uribe trekt veel aandacht in Colombia. Op 28 juli wordt duidelijk of de oud-president wordt vrijgesproken of veroordeeld