De gesprekken tussen de Colombiaanse regering en de dissidentie van de FARC, die bekend staat als Segunda Marquetalia, beginnen op 24 juni in Caracas, volgens een dinsdag vrijgegeven document.
“De installatie van de Vredesdialoogtafel zal plaatsvinden in Caracas op 24 juni 2024. De eerste onderhandelingsronde vindt plaats van 25 tot 29 juni”, aldus een door de partijen ondertekend document dat door lokale media is gepubliceerd.
“De partijen zijn het erover eens dat Colombia, onder de huidige regering, een uitzonderlijk moment van intense strijd doormaakt over de definitie van de toekomst van het land,” voegt de tekst eraan toe.
Het document draagt de handtekening van “Iván Márquez”, die de op één na belangrijkste man was in de Revolutionaire Strijdkrachten van Colombia (FARC) toen die guerrillagroep in 2016 het vredesakkoord ondertekende om een politieke partij te worden.
“Iván Márquez”, zijn echte naam Luciano Marín, was de hoofdonderhandelaar van de rebellen en bleef een paar jaar in het proces na de ondertekening, maar liep over en verscheen in 2019 opnieuw in een video waarin hij een nieuwe gewapende revolutie aankondigde.
Vorig jaar speculeerden lokale media dat hij in Venezuela was overleden na een aanval. Toen beweerde de regering van president Gustavo Petro dat hij in dat land aan het herstellen was van zijn verwondingen.
Op 11 mei verscheen Marquez opnieuw in een video waarin hij zijn steun betuigde aan Petro, de eerste linkse Colombiaan die aan de macht kwam en met wie hij in februari overeenkwam om onderhandelingen aan te gaan.
Volgens schattingen van de militaire inlichtingendienst heeft de Tweede Marquetalia ongeveer 1.660 strijders. Analisten beschouwen het als een zwakke guerrillagroep in vergelijking met de dissidenten van de Centrale Generale Staf (EMC) onder leiding van “Iván Mordisco”, een leider die het vredesakkoord in 2016 niet ondertekende, en het Nationaal Bevrijdingsleger (ELN).
Het had dit sinds oktober vorig jaar met het EMC gedaan, maar de dissidentie splitste zich in april in tweeën. De helft van de guerrilla’s onder leiding van Mordisco brak zich af, terwijl de andere 50 procent in dialoog blijft met de regering.
