De VN heeft maandag de Colombiaanse dissidenten van de FARC ervan beschuldigd regelmatig minderjarigen te rekruteren en aangekondigd dat zij op een “zwarte lijst” staan van de ergste schenders van kinderrechten in conflicten, waarop ook het Nationaal Bevrijdingsleger (ELN) staat.
In 2021 heeft de organisatie 231 ernstige schendingen tegen minderjarigen in Colombia geverifieerd, waaronder de rekrutering van 123 kinderen tussen 12 en 17 jaar als strijders.
De meeste daarvan (75) werden gebruikt door dissidente groepen van de FARC, hoewel er ook gevallen waren bij het ELN, de Autodefensas Gaitanistas de Colombia en de Clan del Golfo, naast andere gewapende organisaties.
Verscheidene van deze kinderen zijn gedood of gewond geraakt tijdens hun activiteiten met gewapende groepen, terwijl ten minste drie kinderen het slachtoffer zijn geworden van seksueel geweld, aldus de VN in een jaarverslag waarin de situatie wordt geanalyseerd van kinderen die het slachtoffer zijn van een twintigtal gewapende conflicten in de wereld.
Volgens gegevens van de VN zijn in Colombia in 2021 in totaal 31 kinderen gedood en 39 ernstig gewond geraakt, de meeste in de regio’s Cauca, Chocó en Antioquia.
In het rapport spreekt de VN haar bezorgdheid uit over de toename van ernstige schendingen van de rechten van kinderen in het land, waaronder ook ontvoeringen, aanvallen op scholen en seksueel geweld door strijders.
Het document gaat vergezeld van een “zwarte lijst” van partijen bij conflicten die verantwoordelijk zijn voor deze misdaden, waaraan dit jaar dissidenten van de FARC worden toegevoegd.
In 2018 had de VN de guerrillagroepering zelf van deze lijst geschrapt als gevolg van de demobilisatie en vrijlating van minderjarigen die zij als onderdeel van het vredesproces had uitgevoerd.
In totaal heeft de VN dit jaar bijna 24 000 ernstige schendingen van de rechten van kinderen in conflictsituaties over de hele wereld geverifieerd, waarbij Afghanistan, de Democratische Republiek Congo, Israël en de bezette Palestijnse gebieden, Somalië, Syrië en Jemen de ergste overtreders waren.