Nadat Colombia onlangs door de Amerikaanse president Joe Biden werd geratificeerd als een belangrijke niet-NAVO-bondgenoot, kondigde president Iván Duque donderdag aan dat het humanitaire hulp naar Oekraïne zal sturen.
De aankondiging werd gedaan terwijl de staatshoofden van 30 NAVO-landen in Brussel bijeenkwamen om de pogingen van Rusland tegen te gaan om de fundamenten van internationale veiligheid en stabiliteit te vernietigen.
De NAVO-bondgenoten hebben toegezegd de steun met militaire uitrusting aan Oekraïne op te voeren, nu het land zich blijft verdedigen in een oorlog die zijn eerste maand heeft beëindigd.
President Duque verklaarde op Twitter dat “we in deze moeilijke tijden hebben besloten om via het VN-vluchtelingenagentschap (ACNUR) een donatie te doen om de getroffen burgerbevolking in dat land bij te staan.” De Oekraïense president Volodymyr Zelenskyy zou Colombia virtueel toespreken om zijn solidariteit met het land te betuigen en de verwoestende aanvallen op burgers, waaronder vrouwen en kinderen, toe te lichten.
De toespraak was gepland voor 18 maart, maar moest wegens verplichtingen met zijn veiligheidsraad worden uitgesteld. Het Colombiaanse ministerie van Buitenlandse Zaken heeft bevestigd dat van de 299 Colombianen die in Oekraïne geregistreerd waren, er 283 geëvacueerd zijn. President Duque heeft zich aangesloten bij de wereldleiders in hun veroordeling van de invasie, en als belangrijke niet-NAVO bondgenoot werkt hij samen met de lidstaten bij ontmijningsprojecten, maritieme veiligheid en militaire training.
