Het hoofd van de criminele organisatie Clan del Golfo, Dairo Antonio Úsuga, alias “Otoniel” heeft verzocht om toegang tot het Colombiaanse vredesgerechtshof dat is opgericht om te oordelen over daden van het binnenlandse gewapende conflict. Dit vredesgerechtshof biedt verschijnende personen voordelen zoals vrijlating uit de gevangenis zolang zij zich houden aan de regels, de volledige waarheid vertellen en niet de wapens weer oppakken.
De advocaat van Úsuga, Camilo Santacoloma, bevestigde vrijdag tegenover The Associated Press het verzoek dat zijn cliënt bij het vredesgerecht heeft ingediend, waarbij hij het ingediende document liet zien dat verhaalt over zijn lange criminele loopbaan bij guerrilla’s en paramilitaire groeperingen.
“Otoniel” staat te boek als de meest gezochte drugshandelaar van het land. Hij verblijft momenteel in een maximaal beveiligde cel nadat hij in oktober 2021 werd opgepakt in de bergen van het noordwesten van Colombia. Het Hooggerechtshof bestudeert een uitleveringsverzoek dat door de Verenigde Staten is ingediend om zich te verantwoorden voor aanklachten in verband met drugshandel.
De Colombiaanse autoriteiten hebben publiekelijk aan de kaak gesteld dat Otoniel volgens inlichtingen “manoeuvres” plande om niet te worden uitgeleverd. De Colombiaanse president, Iván Duque, waarschuwde dat Otoniel het vredesgerechtshof wilde binnengaan om “het (uitleverings)proces met juridische acties te belemmeren”.
De Bijzondere Rechtspraak voor de Vrede (JEP) is ontstaan als gevolg van het akkoord dat in 2016 werd ondertekend tussen de staat en de Revolutionaire Strijdkrachten van Colombia (FARC) na vijf decennia illegaal te zijn gebleven. De JEP kan rechtspreken over voormalige guerrillastrijders, agenten van de staat, de openbare macht en civiele derden die, zonder deel uit te maken van gewapende groepen, in verband zijn gebracht met het conflict.
De JEP moet het verzoek van “Otoniel” bestuderen om te beslissen of het wordt aanvaard of afgewezen. Momenteel getuigt “Otoniel” voor de JEP over feiten in verband met het conflict als getuige, niet als verschijnende partij, hetgeen hem geen enkel voordeel oplevert.